Aanpassingsvermogen: doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omgeving, taken, verantwoordelijkheden en mensen.
Praktijkvoorbeelden aanpassingsvermogen:
- Houdt overzicht bij onverwachte gebeurtenis.
- Stelt zich snel in op een nieuwe situatie.
- Herziet een eerder ingenomen standpunt als dat nodig is voor een goede voortgang van het werk of voor het verbeteren van onderlinge verhoudingen.
- Heeft ruimte, begrip en respect voor andere dan eigen ideeën en gebruiken.
- Heeft bij plotselinge veranderingen oog voor prioriteiten.
- Speelt effectief in op nieuwe en overwachte veranderingen of opdrachten.
- Formuleert een ander te bereiken resultaat, wanneer dat nodig is.
- Werkt mee bij opgelegde veranderingen.
- Voert een nieuwe taak goed uit, stelt de oude manier van werken handig bij.
- Voelt zich bij wisselende omstandigheden op zijn gemak.
- Werkt in een crisissituatie de essentiële zaken goed af.
- Past eigen planningen, beleid, beslissingen en dergelijke aan wanneer dat verlangd wordt.