Integriteit: handhaven van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in alle beroepsmatige activiteiten.
Praktijkvoorbeelden integriteit:
• Neemt verantwoordelijkheid voor het eigen handelen.
• Is zich goed bewust van eigen normen en waarden en handelt consequent daar naar.
• Handelt consequent volgens de beroepscode, wijst andere gedragingen af.
• Staat voor gedane toezeggingen en verplichtingen.
• Geeft open informatie in zaken die veiligheidsrisico’s van patiënten, bezoekers en medewerkers betreffen.
• Geeft aan wanneer verwacht gedrag buiten de eigen normen en/of de beroeps- of organisatienormen valt.
• Maakt geen misbruik van macht, voorkennis of persoonlijke informatie.
• Gaat zorgvuldig om met het vertrouwen dat door patiënten en hulpvragers in de hulpverlening wordt gesteld.
• Houdt aan normen vast, ook wanneer dit voor zichzelf nadeel, spanning of conflicten met zich mee brengt.
• Kiest bij conflicten niet automatisch de kant van de sterkere partij, maar probeert het geheel te overzien en handelt daarnaar.
• Meldt gemaakte fouten en neemt uit eigen beweging stappen om de schade te verminderen.