Gordon Allport en de moderne persoonlijkheidspsychologie
Wie is Gordon Allport?
Gordon Allport was de grondlegger van de moderne persoonlijkheidspsychologie en pleitbezorger van het idee dat ieder mens uniek is door zijn eigen combinatie van persoonlijke trekken. Hij werd geboren in 1897 in Indiana en studeerde aan Harvard, waar hij later ook doceerde. Zijn werk betekende een belangrijke verschuiving van algemene theorieën naar aandacht voor het individu.
Persoonlijkheidsonderzoek en de focus op individuele verschillen
Allport keerde zich tegen de psychoanalytische algemene verklaringen en tegen puur gedragsmatig onderzoek, en pleitte voor een studie van persoonlijkheid die de unieke eigenschappen van ieder mens centraal stelt. Hij definieerde persoonlijkheid als “de dynamische organisatie binnen de persoon van die psychofysische systemen die zijn unieke aanpassingen aan de omgeving bepalen”. Zijn aanpak was vernieuwend omdat hij niet alleen keek naar het gedrag zelf, maar ook naar de onderliggende motivatie en consistentie over tijd. Allport geloofde dat persoonlijkheid alleen begrepen kon worden door het individu in zijn geheel te beschouwen, in plaats van door universele wetten te zoeken. de psychoanalytische algemene verklaringen en tegen puur gedragsmatig onderzoek, en pleitte voor een studie van persoonlijkheid die de unieke eigenschappen van ieder mens centraal stelt. Hij definieerde persoonlijkheid als “de dynamische organisatie binnen de persoon van die psychofysische systemen die zijn unieke aanpassingen aan de omgeving bepalen”.
De drie niveaus van trekken
Allport onderscheidde in zijn theorie drie soorten trekken die samen iemands karakter en gedrag vormen:
- Kardinale trekken
Zeer dominante eigenschappen die iemands hele leven beïnvloeden (bijv. “machtsdrang” bij Machiavelli‑type figuren). - Centrale trekken
De kerneigenschappen (meestal 5–10) die het gedrag in veel situaties sturen (bijv. vriendelijkheid, eerlijkheid). - Secundaire trekken
Situationele voorkeuren of attitudes die minder invloedrijk zijn en meer variëren per context (bijv. nervositeit in publieke toespraken).
Kenmerken van Allports trekkenbenadering:
- Uniquenessprincipe: elk individu is een unieke combinatie van trekken.
- Hiërarchieprincipe: trekken zijn georganiseerd in niveaus van invloed (kardinaal > centraal > secundair).
- Functionalisme: gedrag is doelgericht; trekken verklaren niet alleen wat mensen doen, maar ook waarom.
- Propriumconcept: het zelf (“proprium”) ontstaat uit het samenspel van eigenschappen en groeiprocessen.
Toepassingen van Allports theorie
- Psychometrie: ontwikkeling van vragenlijsten zoals de Allport‑Vernon Study of Values.
- Klinische psychologie: inschatting van kernpersoonlijkheidskenmerken bij diagnose en behandeling.
- Onderwijs en HR: selectie en begeleiding op basis van persoonlijke sterktes en waarden.
- Onderzoeksmethoden: benadrukking van idiografische (individueel) naast nomothetische (algemeen) benaderingen.
De invloed van Gordon Allport
Allports focus op individuele trekken legde de basis voor latere persoonlijkheidsmodellen, zoals het Big Five‑model. Zijn nadruk op eenduidige beschrijvingen van persoonlijkheid stimuleerde zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek en blijft een hoeksteen in de persoonlijkheidspsychologie.
Samenvattend over Gordon Allport
Gordon Allport leverde een cruciale bijdrage door persoonlijkheid te benaderen als een uniek patroon van trekken, hiërarchisch geordend en doelgericht functionerend. Zijn trekkenmodel en methodologische principes vormen nog steeds de ruggengraat van het moderne onderzoek naar individuele verschillen